Klieren
De uitdrukking 'wat lopen we te klieren...' heeft voor mij nog een betekenis gekregen.
Het antwoord hierop staat op deze webpagina vermeld, hetzij in grote versie.
"Wie naar eenvoud streeft, zal eerst het complexe moeten beheersen" (Wang Gai).
De pijnappelklier heeft bij volwassenen een afmeting van een groogde erwt, is kegelvormig (als de pijnappel), weegt bijna 200 miligram en neemt in volume af na het tiende levensjaar. Het is tevens het eerste orgaan dat zich vormt in de foetus en kan al na drie weken worden waargenomen. Het wordt ook zeer zorgvuldig gevoed. De pijnappelklier wordt voorzien van het beste bloed, zuurstof en een mix van voedingsstoffen die voorradig zijn in de menselijke anatomie. De pijnappelklier staat o.a. ook bekend als;
- Conarium (vroeg latijns)
- Glandula pinealis (latijns)
- Pineal gland (engels)
- Epifyse
- Pineaal orgaan
- 6e zintuig
- Kruinchakra
- Kroonchakra
- Kruinoog
- Derde oog
- Arendsoog
- Alziende oog
- Oog van Ra
- Oog van Horus
- Persoonlijke sterrenpoort
- Zetel van de ziel
Veel synoniemen verwijzen dus naar dat kleine kliertje. Maar voor diegene die het orgaan in opperste staat van functie beheersen kunnen naar aardse maatstaven grote paden bewandelen.
De Epifyse is gelocaliseerd aan de bovenkant van het derde ventrikel, vrijwel exact in het midden van je hoofd op het niveau van je oren. De derde ventrikel is een deel van het ventrikelstelsel van de hersenen waar hersenvocht wordt aangemaakt.
Anatomisch gezien is de pijnappelklier compleet voorzien met de structuur van het menselijk oog. Vreemd genoeg wordt het in de medische wetenschap omschreven als een rudimentair oog, een oog dat niet langer tot ontwikkeling komt waarbij de functie sterk vermindert of zelfs verloren gaat. Zoals de appendix en mannelijke tepels. Sommige mensen waaronder ik hebben sterk het vermoeden dat de kerk of eigenlijk het Vaticaan verantwoordelijk is voor deze anti-evolutie. De term devolutie (overdracht van macht van een hogere autoriteit naar een lagere) zal ook niet misplaatst zijn als elk individu zich als god beschouwd. Maar hulde aan de wetenschap die heden onderzoek verricht om uitsluitsels te geven over de mystieke glandula pinealis.
Er volgt dan ook verlopig een fragment met wetenschappelijke feiten over 'het derde oog'. Na deze stof wijkt het verhaal uit naar mythische, theosofische, symbolische proporties met de daarbij behorende denkpatronen en hersenspinsels waarin de pijnappelklier een grote rol speelt. De taak van de lezer is om een verband te kunnen zien of eigenlijk meer het geheel van het aanbod te overzien wat dichter naar het pad van de waarheid leidt. Kort door de bocht, waarheid maakt vrij en geeft vertrouwen in de mensheid. Om een onverstoord perspectief te hebben moet men emotioneel beschouwd 'het guldenpad' volgen.
Ynayat Khan, heeft ooit gezegd; "Als er enige waarheid is, dan is die te vinden in het ontwaken van de ziel, want de waarheid wordt geboren in het ontwaken van de ziel. De waarheid wordt niet de les gegeven, zij wordt ontdenkt".
Serotonine ( 5-hydroxytryptamine 5-HT )
Het pineaal orgaan produceert uit serotonine het hormoon melatonine, een stof die je aanmaakt als het daglicht niet via het netvlies van de ogen binnenkomt. De klier blijkt dus een lichtgevoelig orgaan. Serotonine is een neurotransmitter die gerelateerd is aan,
- Eetlust
- Seksuele activiteit
- Emotie
- Stemming
- Slaap
- Pijnprikkels
- Zelfvertrouwen
- Anti-depressiva
Serotonine heeft een stimulerende werking en reguleert het dopamine sysyteem. Serotonine wordt in de hersenen gemaakt en is volledig afhankelijk van de aanvoer van tryptofaan en 5-hydroxytryptofaan (5-HTP). Tryptofaan komt voor in onder andere;
- Kikker-erwten
- Melk
- Bananen
- Chocolade
Melatonine
Melatonine regelt het dagelijks ritme van het menselijk lichaam, met name de dag en nacht cyclus, en heeft misschien wel invloed op depressies en vermoeidheid. Sommige mensen voelen zich gedurende lange periodes van donkere en korte dagen tijdens de wintermaanden miserabel. Is dat een reactie op meer productie van melatonine? Wat is het effect dan bij mensen die geen ogen meer hebben...? De natuurlijke productie van melatonine door de pijnappelklier wordt bij mensen beinvloed door blootstelling aan licht van bepaalde receptoren in het netvlies van de ogen. Bij aanwezigheid van blauwachtig licht (uit zonlicht, kunstlicht, televisie, monitor) vermindert de productie van melatonine. Neemt de blootstelling aan licht af, dan komt de natuurlijke productie van melatonine weer op gang. Het lichaam krijgt zo het signaal om te gaan slapen.
De epifyse lijkt een belangrijke rol te spelen bij de synchronisatie van bepaalde lichaamsfuncties aan dag- en seizoenvariaties. uit onderzoek is aangetoond dat de epifyse fungeert als de biologische klok die de dag-nachtritmen en circadiaans ritme bestuurt.
Circadiaans ritme, het verschijnsel dat vele fysiologische processen bij planten en dieren een ritme van circa één dag (Lat.: dies), dwz. 24 uur, vertonen. Dit ritme wordt door uitwendige factoren (bijv. belichting, voedseltoediening) steeds 'bijgesteld'. Bij een snelle verplaatsing naar oost of west raakt de biologische klok van slag (jetlag).
Bij zoogdieren is de epifyse betrokken bij de regeling van de seizoensgewijze voortplanting, doordat het de jaarlijkse lichtvariaties koppelt aan de activiteit van de geslachtsklieren via een wisselende productie van melatonine.
Melatonine heeft receptoren (eiwitten) in de volgende weefsels;
- Centraal zenuwstels
- Maag-darm stelsel
- Cellen van het afweer systeem
- Hart en vaat stelsel
De vele aanwijzingen geven aan dat de pijnappelklier een fijngevoelig neuronaal en endocrien regelorgaan is, dat communiceert door middel van onder andere een combinatie van neuronale elektrische activiteit en een assortiment hormonen waarvan een gedeelte psychoactief is. Wat de pijnappelklier als verzameling zachte weefsels uniek maakt zijn de microscopische bolletjes ('hersenzandkorrels') in de cellen, die bestaan uit concentrische lagen van naaldvormige calciet-, apatiet- en magnetietkristallen. De laatste zijn gevoelig voor sterkte- en richtingsveranderingen in het aardmagnetisch veld.
Een conventionele theorie is dat de staaf en kegel fotoreceptoren in de retina (netvlies) verantwoordelijk zijn voor het doorgeven van alle fotoreceptieve input. En dat de bestrijding van melatonine ook wordt uitgevoerd via deze weg. Maar het conventionele visueel traject, van het netvlies naar de pijnappelklier, via het netvlies naar fotoreceptoren of optische transductie lijkt niet de wijze van communicatie te zijn. Dus hoe bereikt de aanwezigheid van licht de pijnappelklier?
Een andere theorie stelt dat, omdat de structuur van de retina en pijnappelklier vergelijkbaar zijn, de pijnappelklier misschien bestaat uit een verscheidenheid van genen die alleen worden uitgedrukt in het oog. Dus de pijnappelklier met fotoreceptoren heeft een compleet systeem voor optische transductie. Met andere woorden, er is een licht-communicatie snelweg naar de pijnappelklier. Deze theorie brengt ons naar teleportatie.
Lichtsnelheid
'Beam me up Scotty' kan vandaag de dag serieus genomen worden. De lichtsnelheid is de snelheid waarmee het licht en andere elektromagnetische straling zich voortplant. In vacuüm heeft de lichtsnelheid voor alle frequenties een waarde c= 299.792.458 m/s als de 'c' in E=mc2. De lichtsnelheid in vacuüm is geen meetwaarde, maar een natuurkundige constante, waarvan de waarde 'c' exact gedefinieerd is. Deze wordt daarom gebruikt bij de definitie van de lengte van de standaardmeter: een meter is gedefinieerd als de afstand die het licht in 1/299 792 458 seconde aflegt. De exacte bepaling van de lichtsnelheid had ver reikende consequenties voor het begrip van ruimte en tijd die nu deel uitmaken van een enkele ruimtetijd.
Ook als iemand zelf in beweging is met een lamp in zijn hand, gaan voor die persoon de lichtstralen in alle richtingen nog steeds met dezelfde snelheid. Dit geldt ook voor het licht dat vanuit een andere lichtbron naar de persoon toe reist. De lichtsnelheid is in alle richtingen en onafhankelijk van de snelheid van de reiziger (vaak de waarnemer genoemd) gelijk. Het is het belangrijkste uitgangspunt van de speciale relativiteitstheorie van Albert Einstein. De lichtsnelheid in een vacuüm is de maximale snelheid voor materie en informatie. Een deeltje dat geen rustmassa bezit, zoals het foton (lichtdeeltje), reist altijd met de lichtsnelheid. Een deeltje met massa gaat altijd langzamer, want er zou een oneindige hoeveelheid energie nodig zijn om het tot de lichtsnelheid te versnellen. De theorie van Einstein laat echter ook de mogelijkheid van tachyonen toe: deeltjes die altijd sneller gaan dan het licht en oneindig veel energie nodig hebben om tot de lichtsnelheid af te remmen. Of ze daadwerkelijk bestaan, is onbekend en kan ook in beginsel niet worden aangetoond. De theorie drukt ook uit dat ruimte en tijd verschijningen van dezelfde ruimte-tijd met vier dimensies zijn: de tijd speelt de rol van de vierde dimensie. Gelijktijdigheid is relatief: twee verschijnselen die zich voor een waarnemer gelijktijdig voordoen, kunnen zich voor een andere waarnemer op verschillende tijden voordoen.
Teleportatie
Teleportatie wordt kwantummechanisch bekeken: men teleporteert geen fysieke deeltjes, maar hun eigenschappen. In wezen doen we het allemaal wanneer we een fax verzenden. Niet het document zelf wordt verstuurd maar de informatie die erin besloten ligt. Op de plaats van bestemming wordt deze terugvertaald in een leesbare vorm. Als je op een steeds kleinere schaal naar dit proces gaat kijken, kom je op een goed moment in problemen met de onzekerheidsrelatie van Heisenberg. Die zegt dat het onmogelijk is om door een meting alle informatie over bijvoorbeeld een atoom in handen te krijgen. Bovendien verander je door te meten de toestand waarin het atoom zich bevindt. En dus zou je nooit een perfecte kopie van een quantumobject kunnen maken of versturen: 'A single quantum cannot be cloned', heette het in het begin van de jaren tachtig.
In 1993 ontdekte een groep fysici onder leiding van Charles Bennett van het IBM-laboratorium in Yorktown Heights echter een slimme uitweg. Zij kwamen op het idee om gebruik te maken van een mysterieus quantummechanisch effect, waar als eerste door Einstein, Podolsky en Rosen (EPR) op is gewezen. Die geloofden echter niet dat het kon bestaan en wilden er juist het falen van de - met name door Einstein verfoeide quantummechanica mee aantonen.
Het EPR-effect gaat uit van twee deeltjes die quantummechanisch 'verknoopt' (entangled) zijn. Voor fotonen betekent dat bijvoorbeeld dat, hoewel ze geen van beide een goed gedefinieerde polarisatie (de richting waarin het licht trilt) hebben, wel geldt dat zodra de polarisatie van de ene wordt gemeten - stel de uitkomst is horizontaal - de ander op exact hetzelfde moment een verticale polarisatie krijgt: de deeltjes zijn gecorreleerd (een lineaire samenhang tussen twee metingen/ twee toevalsvariabelen). Daarbij zou het niet uitmaken of dat andere foton in de buurt is, of zich aan het andere eind van het heelal bevindt. Bennett en zijn collega's realiseerden zich dat met behulp van verknoopte deeltjes de eigenschappen van een ander deeltje konden worden overgedragen. Bovendien zagen zij mogelijkheden om het experimenteel te bevestigen.
In Innsbruck werden eerst verknoopte fotonen gemaakt door in een speciaal kristal een foton te splitsen in twee andere (A en B) met elk de helft van de energie. Vervolgens werd een van deze twee nieuwe fotonen, samen met het te versturen boodschapperfoton (M), naar een tweetal detectoren geleid. Wanneer ze daar precies op hetzelfde moment aankwamen, konden ze onder bepaalde omstandigheden 'verknoopt' raken. A werd op dat moment gecorreleerd met M, maar was ook nog met B verbonden, zodat in feite de informatie van M via A op B werd overgedragen.In Innsbruck werden eerst verknoopte fotonen gemaakt door in een speciaal kristal een foton te splitsen in twee andere (A en B) met elk de helft van de energie. Vervolgens werd een van deze twee nieuwe fotonen, samen met het te versturen boodschapperfoton (M), naar een tweetal detectoren geleid. Wanneer ze daar precies op hetzelfde moment aankwamen, konden ze onder bepaalde omstandigheden 'verknoopt' raken. A werd op dat moment gecorreleerd met M, maar was ook nog met B verbonden, zodat in feite de informatie van M via A op B werd overgedragen.
Teleportatie van DNA
De nobelprijswinnaar Luc Montagnier heeft met zijn experiment DNA teleportatie ontdekt. Het experiment bestond uit twee buisjes, waarvan er één gevuld was met water en één bacterie-DNA bevatte. Het geheel was omhuld door een zwak elektromagnetisch veld van 7 Hz. Achttien uur en een polymerase- kettingreactie (PCR) later, had het DNA zichzelf tot ieders stomme verbazing 'afgedrukt' op het water. Met andere woorden, de DNA was detecteerbaar in het water en had zich dus geteleporteerd, of eigenlijk gedupliceerd. Een vreemd onlogisch detail is dat de DNA wel eerst verdund moest worden voordat het experiment werkte.
Het zou kunnen betekenen dat 'het leven' in staat is om kwantumeigenschappen van de natuur te gebruiken om zichzelf op subtiele wijze te projecteren of eigenlijk af te drukken, met als doel voortzetting van zichzelf, ofwel voortplanting. Een andere mogelijke uitleg van wat er in dit experiment naar voren komt, zou zijn dat het leven zelf een complexe projectie is van dit soort kwantumfenomenen en dat het leven er zelfs in grote mate afhankelijk van is, maar dat dit zo lastig detecteerbaar is dat we nog ver verwijderd zijn van een goed begrip hiervan.
Een theorie die nog wat verder gezocht is, en wat Montagnier dan ook zeker niet suggereert, zou zijn dat het watermolecuul kwantumeigenschappen heeft die voorheen nog niet voorzien zijn, maar die misschien wel verklaren waarom water zo belangrijk is voor het fenomeen 'leven'. Dit in plaats van of naast het feit dat water zo makkelijk chemische verbindingen aangaat. In dat geval zou water een goed medium zijn waarop DNA zich kan kopiëren met behulp van kwantumprocessen.
Bij levende wezens zou je niet alleen hun uiterlijke kenmerken opslaan, maar ook hun dromen, wensen en gevoelens. Deze berg informatie kopieer je naar andere atomen, waarna je het origineel vernietigt. Men teleporteert zelfs succesvol stofdeeltjes, paperclips en levensloze fruitvliegjes.
Water ( H2o )
Water (lat. aqua) is de chemische verbinding van twee waterstofatomen en één zuurstofatoom. Water komt in de natuur voor in drie verschillende hoofdfasen, als vloeistof, vaste stof en als gas. Al het leven op aarde bestaat grotendeels uit water en is daar afhankelijk van. Planeet Aarde heeft een percentage van 71% aan wateroppervlakte. Het menselijk lichaam bestaat ongeveer uit 65% water. De hersenen bevatten 80% water (0,8 - 1,2 liter) waarbij de overige 20% uit vet en eiwitten (melatonine) bestaat. De massa en dichtheid van de hersenen zijn zo hoog dat de hersenen onder hun eigen gewicht in elkaar zakken als ze niet worden gesteund door water. Hersens drijven in hersenvocht en raken daardoor niet beschadigd onder invloed van de zwaartekracht. Het hersenvocht circuleert tussen de lagen van de hersenvliezen en door de ventrikels.
Dimethyltryptamine ( DMT )
De pijnappelklier produceert ook pinoline. Wanneer pinoline interageert met serotonine ontstaat er dimethyltryptamine (DMT) men verkeert in de staat van bewustzijn ofwel de droom staat. Het DMT-gehalte in de hersenen wordt ongeveer 2 uur na het slapen periodiek verhoogd om afbeeldingen te genereren. Mogelijk is er ook een verband met andere paranormale staten van bewustzijn, het laat onze gedachten naar binnen richten. De exacte chemische reactie moet nog worden onderzocht, maar DMT zorgt voor een bepaald pad tussen bepaalde synapsen waardoor nieuwe gedachten en sensaties ontstaan. Vervolgens ontstaan realiteiten die niet rationeel kunnen worden verklaard. De stof wordt ook geassocieerd met bijvoorbeeld bijna-doodervaringen. Van nature komt DMT niet alleen voor in het menselijk lichaam maar ook in sommige tropische planten.
Ongezonde pijnappelklier
De twee grootste boosdoeners van de pijnappelklier zijn elektromagnetische straling en fluoride. Het is bewezen dat blootstelling aan een veld van 60Hz resulteert in een verminderende productie van melatonine gedurende de nachtcyclus. Aangezien we constant worden omgeven door velden van 60Hz in ons huis, op het werk en buiten, ligt onze pijnappelklier constant onder vuur, tenzij we ons in onherbergzame gebieden bevinden. Tot de negentiger jaren was er nog geen onderzoek gedaan naar de invloed van fluoride op de pijnappelklier. Inmiddels is er aangetoond dat de pijnappelklier als een magneet fluoride in het lichaam aantrekt. Fluoride wordt in sommige landen (verplicht) toegevoegd aan drinkwater en tandpasta.
Amerika bijvoorbeeld heeft het fuoride gehalte in drinkwater verlaagd, omdat sommige kinderen last hebben van beschadigde tanden door teveel fluoride. De Health and Human Services Department heeft haar advieslimiet aangepast naar 0,7 milligram fluoride per liter water. Momenteel is maximaal 4 milligram fluoride per liter water toegestaan.
Een teveel aan fluoride kan het glazuur aantasten en fluorose veroorzaken. In meer dan 90% van de Amerikaanse gevallen wordt dit zichtbaar als witte vlekken op de tanden.
Nobelprijswinnaars hebben de fluoridering van water de grootste zwendel ooit genoemd die in de samenleving wordt verspreid. Er zijn zo veel goede studies die aantonen dat de fluoridering van water niet effectief is, terwijl op hetzelfde moment, fluoride zich ophoopt in onze lichamen en langzaam onze hersenen, zenuwstelsels, schildklieren, nieren en botten schaden.
Ook buiten de tandheelkunde zijn de schadelijke gevolgen van het gebruik van fluoride zichtbaar. De uitstoot van de schoorstenen van bijvoorbeeld staal-, fosfaat-, en aluminiumfabrieken bevat veel fluoride. Er zijn gevallen bekend waarbij bij koeien in de buurt van deze fabrieken de kiezen afbrokkelden en hun gewrichten zo slecht werden dat ze niet meer op hun poten konden blijven staan.
Ook wanneer tandpasta wordt uitgespuwd, wat ook aangeraden wordt, krijgt men toch nog een aanzienlijke hoeveelheid fluoride binnen. Sublinguale inname (zoals het pilletje onder de tong) is een andere methode van orale absorptie. Bij gebruik van vloeistoffen heeft dit gebied een groot absorptievermogen. Een deel van de stoffen, in dit geval fluoride, wordt onder de tong vermengd met speeksel en getransporteerd naar de maag. Amerikaanse waterbedrijven voegen sinds 1945 al fluoride toe aan het drinkwater. Naar schatting maken 196 miljoen mensen gebruik van dit water. In Nederland wordt sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw geen fluoride meer aan het drinkwater toegevoegd.